10 meest gemaakte fouten

✅ +6 miljoen YouTube views        ✅ 18.422 scholieren maakten een account aan      ✅ 18 jaar ervaring

Bij het nakijken van economie toetsen of examens op vmbo tl, havo en vwo valt me op dat sommige fouten vaker worden gemaakt. Om te voorkomen dat jij deze fouten maakt hebben we een top 10 opgesteld. 


Fout 1: Geen uitleg of berekening gegeven

De kortste en duidelijkste tip die je meteen de meeste punten oplevert. Wanneer er een uitleg, verklaring of berekening wordt gevraagd MOET je die geven. Doe je dat niet, dan is dat een 100% garantie voor zero, noppes, niente of ook wel nul punten.


Fout 2: Vragen op de laatste pagina niet gemaakt

Controleer voor het inleveren van een toets of examen of je ALLE vragen hebt gemaakt. Voorop het examen staat precies uit hoeveel vragen het examen bestaat en op de een na laatste pagina staat altijd de melding “de laatste vragen staan op de volgende bladzijde”. Toch gaat het nog regelmatig onnodig fout. 


Fout 3: Bronnen niet goed lezen

Bronnen zijn niet eng maar bieden je een schat aan informatie. Je moet alleen weten welke informatie je voor een vraag nodig hebt. Dit leer je door te oefenen. Ga niet direct op zoek naar het antwoord, maar bekijk een bron heel goed. Begin met de titel van de bron, check vervolgens wat er bij de assen staat van grafieken en wat de titels zijn van de rijen en kolommen van tabellen. Lees ook de kleine lettertjes onder aan de bron of de extra informatie waarnaar via een 1. Of * wordt verwezen.


Fout 4: Eenheden of aantallen vergeten

Check goed of je gegevens soms “x duizend” moet doen of dat getallen gegeven worden in miljoenen, miljarden of eurocenten. Als je deze informatie over het hoofd ziet kost dit je soms onnodig 1 van de 2 punten die je kan scoren. Deze fout heeft niets met je economische kennis te maken, of het ontbreken ervan. Door goed na te gaan wat er exact gevraagd wordt en dit te doen scoor je automatisch en zonder al teveel moeite extra punten. Check de video tip hierboven bij fout 3.  


Fout 5: Bron niet goed gebruikt

Zeker op de Havo maar ook op het Vwo krijg je tips waar je de informatie om de vraag op te lossen kan vinden. Staat er in een vraag dat je bron 2 en 3 moet gebruiken, dan is dat wel de bedoeling. Geef je een economisch goed antwoord op basis van gegevens uit Bron 1, dan krijg je gegarandeerd geen punten.


Online toets-training 💥LWEO, Pincode, Praktische economie💥 [klik hier]


Fout 6: Oorzaak en gevolg door elkaar gehaald

Heb je moeite met oorzaak en gevolg redenaties, ga dan als volgt te werk. Het kost je iets meer tijd, maar levert je gegarandeerd extra punten op.

1. Lees de vraag

2. Schrijf op je antwoordblad wat de oorzaak is en wat het gevolg

3. Ga vervolgens van oorzaak naar gevolg redeneren


Bijvoorbeeld de vraag: wat voor invloed heeft een stijgende werkeloosheidspercentage op de conjunctuur?

Oorzaak = werkeloosheidspercentage

Gevolg = conjunctuur

Antwoord: Als het werkeloosheidspercentage toeneemt neemt het nationaal inkomen af, dan nemen de bestedingen af en dat veroorzaakt een daling van de conjunctuur (minder hoogconjunctuur of een omslag van een hoogconjunctuur naar een laagconjunctuur).


Fout 7: Vraag niet goed lezen of geen conclusie gegeven

Regelmatig geven leerlingen geen goed antwoord op de vraag. Ze weten het wel, maar lezen niet goed WAT er gevraagd wordt. Bijvoorbeeld bij berekeningen van de koopkracht met de formule NIC / PIC x 100 = RIC wordt als antwoord op de vraag “met hoeveel procent de koopkracht verandert” het indexcijfer RIC als antwoord gegeven. Dit terwijl er een PERCENTAGE wordt gevraagd. Zonde, want het omzetten van een indexcijfer naar een percentage is het makkelijke deel van het antwoord op deze vraag.



Fout 8: Meer doen dan gevraagd

Er wordt gevraagd om twee vormen van primair inkomen te geven, schrijf er dan twee op. En dan vooral de twee waarvan je het meest zeker bent dat die goed zijn. Je docent mag dan namelijk ook alleen maar de eerste twee antwoorden nakijken. Wordt er verder geen berekening of verklaring gegeven, geef die dan ook niet. Wordt er een citaat uit een tekst gevraagd, geef dan alleen het citaat en ga vervolgens niet toelichten waarom het dit citaat is.


Fout 9: Veel te uitgebreid antwoorden

Een goed antwoord bestaat uit maximaal 5 zinnen. Schrijf je een halve pagina vol, dan weet je dat je teveel hebt opgeschreven en waarschijnlijk voor een deel de plank misslaat.  


Fout 10: Je hebt tijd tekort om die simpele vragen te beantwoorden

Blijf niet te lang bij één vraag hangen, waardoor je geen tijd meer hebt om punten te scoren met die simpele vragen aan het einde die je zeker begrijpt. Kijk daarom vooraf even kort het hele examen door voordat je direct begint met het beantwoorden van vraag 1.




Je bent een held dat je deze top 10 hebt doorgenomen!  

Kan je meer hulp gebruiken? Vergeet dan niet nu op de onderstaande knop te drukken.  


Online examentraining | 💥slagen voor 34,95💥