10 examentips | bedrijfseconomie

✅ +5 miljoen YouTube views        ✅ 14.211 scholieren maakten een account aan      ✅ 17 jaar ervaring

Slagen voor je bedrijfseconomie examen op havo of vwo doe je met deze 10 tips. Trouwens ook super handig als je makkelijk extra punten wilt scoren op je schoolexamen of toets.


Tip 1: Gebruik de bron en beantwoord de vraag

De meest voor de hand liggende tip, omdat het op dit vlak nog te vaak misgaat en er makkelijk winst is te boeken. Vaak genoeg kom ik als bedrijfseconomie docent incomplete antwoorden tegen, waarbij de examen leerling de laatste en vaak makkelijkste stap van het antwoord is vergeten op te schrijven. Voorkom dit en check de onderstaande video. 



Tip 2: Gebruik een tijdlijn bij het berekenen van bijvoorbeeld de rente over een lineaire lening

Je kent die opdrachten wel die als volgt gaan: je leent op 1 januari 2020 een bedrag van €180.000. Dit bedrag wordt in 10 jaar terugbetaald, waarbij aflossingen plaatsvinden op 1 april en 1 oktober van elk jaar, te beginnen op 1 oktober 2020. Op 1 oktober van elk jaar wordt ook de rente van 3% op jaarbasis betaald. Vraag: bereken de rentekosten over het jaar 2020? 

Om de rentekosten over een jaar goed uit te rekenen moet je exact de schuld weten. Een tijdlijn kan je helpen om de informatie die in de tekst wordt gegeven visueel en dus overzichtelijk voor jezelf en je docent op een rij te zetten. Kijk de onderstaande video hoe je een tijdlijn kan gebruiken om dit soort opgaven foutloos te maken. 



Tip 3: Bij een annuïteitenlening, bereken altijd eerst de rente en dan pas de aflossing

Stel dat je bij een annuïteitenlening een tabel met aflossingen en rentekosten moet invullen, begin dan altijd eerst met het berekenen van de rente. De te betalen rente haal je vervolgens van de annuïteit af en dan hou je de aflossing over. Kijk de onderstaande video hoe je dat precies doet. 


 

Tip 4: Schrijf de formule die je nodig hebt op

Schrijf bij het beantwoorden van een vraag eerst de formule op als je deze moet gebruiken. Ga vervolgens in de bron op zoek naar de informatie om de formule in te vullen en de onbekende uit te rekenen. Maak in de voorbereiding op een examen of toets een lijst met belangrijke formules. Let bij het opschrijven en uit je hoofd leren van de formules op de details. De formules voor het berekenen van de afschrijving mogen niet ontbreken. Als je de formules die je moet kennen op Flashcards zet ga je ze zeker niet vergeten. Check de onderstaande video nog even voor een verdere toelichting. 



Tip 5: Kijk goed naar data

Let goed op bij het aflezen van data. Gaat het om het begin van de maand, of om het einde van de maand. Hier worden veel onnodige foutjes mee gemaakt. Moet je de rente uitrekenen tussen 1 januari 2020 en 1 december 2020, dan zitten er 11 maanden tussen. Moet je de rente uitrekenen tussen 1 februari 2020 en 31 oktober 2020, dan gaat het om negen maanden omdat namelijk de maanden februari en oktober ook meetellen (31 oktober!). Het maken van een tijdlijn zoals in Tip 2 werd besproken helpt je ook om dit soort fouten te voorkomen. Kijk ook goed in de vraag of er gevraagd wordt iets te berekenen per week, maand, kwartaal of jaar. Check de onderstaande video voor extra uitleg en voorbeelden.  


Online examentraining | 💥slagen voor 29,95💥


Tip 6: Kosten en uitgaven, opbrengsten en inkomsten

Kosten en opbrengsten komen op een resultatenbegroting. Uitgaven en inkomsten komen op een liquiditeitsbegroting. Bij uitgaven en inkomsten kijk je naar het moment waarop het geld daadwerkelijk het bedrijf binnenkom (inkomsten) of uitgaat (uitgaven).

Afschrijvingen zijn wel kosten maar nog geen uitgaven. Om dat het geld pas het bedrijf verlaat als je daadwerkelijk met die opgespaarde afschrijvingen die nieuwe machine of die nieuwe bestelauto gaat betalen. 

Je dient ook rekening te houden met de betalingstermijn van debiteuren en crediteuren. Stel dat een klant in november van 2020 een grote bestelling van €100.000 bij je heeft gedaan, met een betalingstermijn van 2 maanden. Dan zijn je opbrengsten in oktober 2020 in totaal €100.000, maar je inkomsten zijn dan nul. Het zijn pas inkomsten in januari 2021, want dan betaalt de klant daadwerkelijk zijn factuur van €100.000

Check zeker even de onderstaande video als je het verschil tussen opbrengsten en kosten en inkomsten en uitgaven nog niet goed weet. 



Tip 7: Schrijf (ook bij tussenstappen) altijd op WAT je berekent

Bij bedrijfseconomie moet je vaak dingen in stappen berekenen. Dan is het handig om altijd bij een berekening te zetten wat je hebt berekend. Dan is het later voor jezelf, je docent en de tweede corrector makkelijk om terug te vinden wat je nu precies hebt berekend. Check de volgende video voor een toelichting en een paar goede voorbeelden. 



Tip 8: Vergeet de eenheden niet!

Schrijf een eenheid achter je antwoord, zodat duidelijk is of het om Euro's of aantallen producten die worden afgezet gaat. Dat voorkomt fouten. Check de video voor een aantal voorbeelden uit oude (voorbeeld)examenopgaven. 



Tip 9: Kom je niet uit een vraag, doe dan een realistische aanname

Mocht je bij een vraag niet op het antwoord komen, maar heb je dat antwoord wel nodig voor de volgende stap of de volgende vraag, doen dan een realistische aanname. Deze aanpak levert je gegarandeerd wat extra punten op. Check de video voor een goed en herkenbaar voorbeeld.



Tip 10: Plan je tijd en houd rekening met de regels uit het correctievoorschrift

Bij het nakijken van je bedrijfseconomie examen dient je docent zich te houden aan het correctievoorschrift. Het is daarom handig om te weten welke regels er sowieso gelden bij het nakijken van je bedrijfseconomie examen. Vergelijk het met het kennen van de verkeersregels als je de auto instapt. Wel zo handig! Check zeker even de onderstaande video. 


Je bent klaar met het doornemen van deze 10 tips. Goed gedaan strijder!